Afgelopen zomer is op voorstel van de Europese Commissie (EC) de nieuwe verordening betreffende machines vastgesteld. Deze legt de eisen vast waaraan (onvoltooide) machines moeten voldoen om de veiligheid en gezondheid van professionele gebruikers en consumenten te beschermen. De verordening gaat in per 14 januari 2027, maar is nu al gepubliceerd om de markt te informeren. Tevens geeft dat de ruimte aan de EC om de geldende normen te harmoniseren en aan de EU-lidstaten om hun wetgeving aan te passen. Tot die tijd blijft de Machinerichtlijn van kracht.
Het grote verschil is dat de oude richtlijn in de nationale wetgeving moest worden opgenomen, zoals in het Warenwetbesluit Machines voor Nederland. De nieuwe Machineverordening is directe Europese wetgeving. “Dat heeft te maken met de interpretatieverschillen die ontstonden”, verklaart Vaasen. “Daardoor kon bijvoorbeeld de Nederlandse rechter anders oordelen dan een Duitse. De richtlijn was aan vernieuwing toe.” Als concreet voorbeeld noemt hij de onduidelijkheid rond aanpassing van machines. “In de Machinerichtlijn stond alleen dat de gebruiker moest zorgen voor instandhouding van de CE-markering (de verklaring met onderliggend dossier dat de machine voldoet aan de richtlijn, red.). Dat hield slimme aanpassingen en vervangingen of uitbreidingen tegen.”
“De verplichting de CE-markering in stand te houden hield slimme aanpassingen en uitbreidingen tegen”
“Duitsland had een model ontwikkeld om te bepalen of er sprake was van een ingrijpende wijziging”, vervolgt Vaasen. “Zo ja, dan hoefde de gebruiker alleen de CE-markering voor het gewijzigde deel vast te stellen en kon die voor het ongewijzigde deel op de bestaande CE-markering leunen. Hij was dan alleen verantwoordelijk voor het gewijzigde deel, terwijl hij voor de hele machine een nieuwe CE-markering mocht afgeven.”
Het Duitse model werd allang in Europa gehanteerd. Alleen in ons land heeft het heel lang geduurd voordat het werd toegestaan. Nu staat het in de nieuwe verordening en daar is Vaasen blij mee. “Punt is alleen dat er voor het CE-dossier een bewaartermijn van tien jaar is vastgelegd. Wat als er in het twaalfde levensjaar een wijziging is aangebracht en er gebeurt later iets met die machine? Hoe kan de gebruiker dan nog verwijzen naar het bestaande dossier? Ik ben benieuwd hoe juristen dat gaan interpreteren.”
Richtlijnen en verordeningen moeten uiteraard worden gehandhaafd, maar daarover is Europees relatief weinig vastgelegd; dat is aan de nationale overheden. In ons land heeft machineveiligheid geen hoge prioriteit bij de Arbeidsinspectie, vindt Vaasen. “Naar mijn mening is er te weinig toezicht. Voor de BV Nederland is dat in economisch opzicht prima, maar ik zie bij sommige bedrijven dat veiligheid nog veel te weinig is geïntegreerd in de praktijk. Terwijl in de Arbowet toch is vastgelegd dat in eerste instantie de werkgever verantwoordelijk is en dan pas de gebruiker. De Arbeidsinspectie kijkt nu bijvoorbeeld veel naar het werken op hoogte, omdat bij het leggen van zonnepanelen veel onveilige situaties voorkomen. Een paar jaar geleden hebben ze wel een campagne rond machineveiligheid gehad en willekeurige bedrijven bezocht voor inspectie. Maar het is nog geen groot speerpunt. Als de nieuwe verordening een tijdje in de lucht is, kan ik me wel voorstellen dat ze weer een nieuwe campagne houden.”
“Machineveiligheid is nog geen groot speerpunt bij de Arbeidsinspectie”
Ongewijzigd is ook dat de CE-markering door de fabrikant zelf moet worden afgegeven. Alleen voor gevaarlijke machines geldt de zogeheten NoBo-plicht. Een notified body – zoals KIWA, Liftinstituut of Lloyd’s – moet daarvoor een certificering afgeven. Er is wel een verandering te melden in de zogeheten ‘delegated act’. Als bijlage is er een lijst waarop staat vermeld voor welke machines de NoBo-plicht geldt. Dat was een vaste lijst, maar onder de nieuwe wetgeving kan de EC daar periodiek machines aan toevoegen of vanaf halen. Dit geeft wat meer flexibiliteit in het volgen van de laatste stand der techniek – de nieuwste versie van de Machinerichtlijn dateert van 2006 en is inmiddels behoorlijk verouderd. Maar het belangrijkste instrument om de voortschrijdende techniek te volgen, zijn volgens Vaasen toch de technische normen die worden geharmoniseerd met de richtlijn, c.q. verordening.
Bij de combinatie van nieuwe machines en gevaren kunnen we natuurlijk denken aan zelflerende machines, zoals autonome robots of zelfrijdende auto’s (al vallen auto’s als uitzondering niet onder de hier besproken wetgeving). Wie kent niet de horrorscenario’s van machines die door artificial intelligence (AI) op hol slaan? De opkomst van AI, met vormen zoals machine learning, heeft impact op de machineveiligheid. “Als de EC daar risico’s en gevaren ziet, kan ze zulke machines op die lijst plaatsen. Dat was bij de Machinerichtlijn niet mogelijk.” De nieuwe verordening heeft dus oog voor de opkomst van AI, al zal de technische inhoud daarvoor vooral via nieuwe normen worden geregeld. Cybersecurity is ook zo’n nieuw onderwerp. Naast fysieke veiligheid is immers ook digitale veiligheid op het werk belangrijk en wel steeds meer, vanwege de vervagende grenzen tussen informatie- en operationele technologie. Vaasen: “Je kunt tegenwoordig inloggen op machines en dat moet natuurlijk wel veilig gebeuren.”
Een belangrijke verbetering vindt hij verder dat de verschillende rollen rond machineveiligheid beter zijn gedefinieerd. “Er wordt beter vastgesteld wat de rollen van een importeur en een distributeur zijn en welke verplichtingen hierbij komen kijken.”
“De Europese eisen zijn de meest uitgebreide, waardoor je bij export naar elders sterk staat”
Samenvattend: de nieuwe Europese verordening verduidelijkt hoe om te gaan met aanpassingen aan een machine, geeft een betere toelichting op de rolverdeling rond machineveiligheid en biedt meer ruimte om de laatste stand der techniek te volgen. Tegelijkertijd is de nieuwe aanpak niet totaal anders, benadrukt Vaasen. “Er is nog steeds de verplichting een risicobeoordeling en gevarenanalyse te maken, een technisch dossier op te stellen, risicoreducerende maatregelen te nemen en een gebruiksaanwijzing te schrijven.” De adviseur ziet dan ook vooral een kans voor bedrijven om weer helemaal up-to-date te zijn met hun veiligheidsbeleid. “De Europese eisen zijn de meest uitgebreide in de wereld, waardoor je bij export naar elders sterk staat. Al is het wel zo dat er bijvoorbeeld in Amerika of Japan nog andere eisen kunnen gelden.”
Natuurlijk is nieuwe wetgeving ook een belasting voor bedrijven, erkent Vaasen. “Er komt echter nog veel publiciteit en ik verwacht dat de EC met toelichtingen zal komen en uiteindelijk weer een Blue Guide zal presenteren. Die zal mede gebaseerd zijn op de vele discussies en vragen die er ongetwijfeld nog komen. Voor de Machinerichtlijn was die gids er ook; een dikke pil, maar wel een zeer handig hulpmiddel. Gekscherend zei ik tegen cursisten wel eens dat ze ’m mee moesten nemen op vakantie. Dan hadden ze iets te lezen.”
Het duurt nog drie jaar voor de nieuwe Machineverordening van kracht wordt. Toch kunnen machinebouwers er maar beter alvast op anticiperen, adviseert Wim Vaasen tot slot. “Blijf ingelezen, volg de ontwikkelingen en ga erop voorsorteren.” Dat laatste advies richt hij vooral aan machinebouwers. “Je bent vaak met langlopende projecten bezig en soms is er dan ook nog weer uitstel. Voordat je het weet sta je dan op de drempel van de overgang naar de nieuwe wetgeving en vindt oplevering pas plaats als die al geldt. Heb je nog jaren volgens de oude regels gewerkt, dan heb je een probleem. Als je weet dat een project lang kan gaan duren, kun je beter nu al volgens de nieuwe regels werken. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vragen daarover al beantwoord. Zij accepteren het dat je nu al de technische eisen van de nieuwe verordening toepast, ook wanneer je nog gaat markeren volgens de oude richtlijn. Dat is ook vrij logisch, want in de nieuwe wetgeving staan meer eisen. Mocht een project uitlopen of om welke reden ook later op de markt komen, dan ben je daarop voorbereid geweest. Mijn tip is dus om nu al te gaan bouwen volgens de nieuwe Machineverordening.”
Bij veiligheid op het werk gaat het niet alleen om het werken met veilige en goedgekeurde middelen, zoals machines, gereedschappen, apparaten en installaties. Veilig gedrag is net zo belangrijk. Heldere voorlichting, duidelijke werkinstructies, het juiste gebruik van middelen, regelmatig onderhoud en (verplichte) keuring verhogen de veiligheid. Daar zijn werkgevers en werknemers samen verantwoordelijk voor.
itsme. draagt graag haar steentje bij aan veiligheid. Zo organiseerde zij afgelopen zomer een webinar over de nieuwe verordening met Wim Vaasen was als spreker. Heb je het gemist? Je kunt het webinar hier terug kijken.
Meer berichten over dit onderwerp vind je hieronder. Je kunt natuurlijk ook alle artikelen bekijken en zelf een selectie maken.